Javascript must be enabled for the correct page display

De capaciteiten van gemeenten om het geheel van activiteiten binnen een lokaal ruimtelijk planningproces uit te voeren.

Maas, M. (2005) De capaciteiten van gemeenten om het geheel van activiteiten binnen een lokaal ruimtelijk planningproces uit te voeren. Master thesis.

[img]
Preview
Text
05046.pdf

Download (1MB) | Preview

Abstract

Mijn afstudeeronderzoek ‘De capaciteiten van gemeenten om het geheel van activiteiten binnen een lokaal ruimtelijk planningproces uit te voeren’ voor de Master Environmental & Infrastructure Planning aan de Rijksuniversiteit van Groningen is enerzijds een planologisch onderwerp omdat ruimtelijk beleid per definitie planologisch is. Anderzijds heeft het een milieutechnisch karakter omdat juist milieutechnische aspecten vaak conflicteren met ruimtelijk beleid. Deze conflicten bestaan ook vaak tussen verschillende sectoren van overheden op diverse niveaus. Hier werkt de afdeling Ruimtelijke Ordening vaak slecht samen met de afdeling Milieu. De laatste jaren is hierin wel een grote verbetering te zien, mede door pogingen als de Experimentenwet - Stad & Milieu - en het ROM beleid. Het decentraliseren van beleid loopt als een rode draad door de hele Wet Ruimtelijke Ordening van 1965. Het idee hierachter is dat lokale overheden beter op de hoogte zijn van lokale omstandigheden en daardoor beter in staat worden geacht de juiste belangenafweging te maken. Doordat Nederland in Europees verband steeds meer te maken krijgt met regelgeving van bovenaf, werkt dit door naar lokale overheden. Deze krijgen in toenemende mate te maken met nieuwe wet- en regelgeving welke zij dienen te integreren in het lokale ruimtelijke planningproces. Niet alle gemeenten zijn in staat om de door het proces van decentralisatie geboden ruimte te benutten. Hierdoor grijpt de Raad van State steeds vaker in, op initiatief van derden. Enerzijds komt dit doordat gemeenten de hen toebedeelde taken niet naar behoren uitvoeren. Dit heeft bijvoorbeeld te maken met de prioriteiten die gemeenten stellen, maar ook vanwege ontbrekende deskundigheid of zelfs veronachtzaming van bestaande regelgeving. Anderzijds komt dit door de steeds mondiger burgers en instanties die te pas en te onpas (Europese) regelgeving gebruiken en soms zelfs misbruiken om plannen van overheden te dwarsbomen. Het doel van dit onderzoek is om helder te maken welke capaciteiten - menskracht en deskundigheid - gemeenten bezitten om het beoogde doel van decentralisatie te halen. Daarmee verschaft dit onderzoek inzicht onder welke condities het decentralisatiebeleid kan leiden tot de beoogde doelen die leiden tot een beter bestuur. De Europese richtlijn inzake de luchtkwaliteit, die vertaald is naar de Nederlandse wetgeving in het Besluit Luchtkwaliteit, dient in dit onderzoek als praktijkvoorbeeld aan de hand waarvan zaken verduidelijkt kunnen worden.

Item Type: Thesis (Master)
Degree programme: Environmental & Infrastructure Planning
Supervisor: Bouwman, M.
Date Deposited: 23 Apr 2020 05:24
Last Modified: 23 Apr 2020 05:24
URI: https://frw.studenttheses.ub.rug.nl/id/eprint/1174

Actions (login required)

View Item View Item