TY - UNPB A1 - Krikken, Simon, S.B. TI - Knooppuntontwikkeling in Nederland: een vergelijkend onderzoek naar institutionele barričres van knooppuntontwikkeling bij stationsgebieden AV - public Y1 - 2020/// UR - https://frw.studenttheses.ub.rug.nl/3319/ N2 - Transit-Oriented Development (TOD) is een concept, waarbij het integreren van mobiliteit en ruimtelijke ontwikkeling centraal staat. Het wetenschappelijk onderzoek naar TOD gaat voornamelijk in op de fysieke implementatie. Al blijkt echter dat het nodig is om meer onderzoek te doen naar het institutionele proces van TOD en integrale gebiedsontwikkeling. Het implementeren van TOD blijkt moeilijk dan gedacht in Nederland, zo blijkt uit publicaties van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL). Het is daarom interessant om te kijken hoe dit wordt belemmerd. Het doel van dit onderzoek is dan ook om inzicht te geven in institutionele barričres die voorkomen bij TOD. Dit onderzoek is in de Nederlandse context geplaatst met als hoofdvraag: ??In hoeverre en hoe kunnen institutionele barričres geďdentificeerd en gereduceerd worden in de ontwikkeling van Transit-Oriented Development in stationsgebieden Haarlem, Nijmegen en Zwolle??? Door middel van exploratief en kwalitatief onderzoek is antwoord gegeven op de hoofdvraag. Stationsgebieden Haarlem, Nijmegen en Zwolle fungeren als casestudie in dit onderzoek. Vanuit een documentanalyse is informatie gewonnen over ambities en inzichten over knooppuntontwikkeling en waar mogelijke institutionele barričres bekend zijn. De informatie uit de literatuurstudie vormt daarbij de basis om eerder beleid, analyse en empirie te kunnen interpreteren. Door middel van interviews is geanalyseerd waar keuzes of ambities op gebaseerd zijn. De interviews hebben een inductief karakter. Dit zorgt er voor dat informatie en interpretatie van respondenten kan worden gebruikt om informatie vanuit de literatuurstudie en de documentanalyse te verklaren. Institutionele barričres kunnen formeel en informeel zijn. Zo blijkt uit de casestudies dat formele barričres veranderd zijn ten opzichten van onderzoek van tien jaar geleden en blijven voldoende financiële middelen doorslaggevend bij implementatie in elk van de onderzochte stationsgebieden. Informele barričres worden door respondenten niet meer als een directe barričre ervaren. Wat eerder als barričre werd ervaren (zoals participatie of gebrek aan urgentie), wordt nu gezien als noodzakelijk. Daarnaast zijn er andere barričres geďdentificeerd, zoals beperkte capaciteit van werknemers in Haarlem en schaarste van ruimte in Nijmegen en Zwolle. Deze (in)formele institutionele barričres worden geďdentificeerd wanneer belanghebbenden aan de slag gaan met de ontwikkeling van TOD gerelateerde projecten. Het reduceren van institutionele barričres is mogelijk. Al blijkt ook dat men eerder onderzochte barričres op dit moment accepteert. Participatie en kennisdeling wordt door respondenten in Zwolle, Nijmegen en Haarlem nu geaccepteerd. Het is noodzakelijk en waardevol om kennis te delen en de interactie te zoeken met betrokkenen in integrale gebiedsontwikkeling. Als barričres gereduceerd dienen te worden, dan is het noodzakelijk om in het proces van integrale gebiedsontwikkeling transparant te zijn tegen partners, bijvoorbeeld over belangen in het stationsgebied. Het is daarbij essentieel dat partijen elkaars belangen accepteren. Met dit in het achterhoofd kunnen stationsgebieden zoals Haarlem, Nijmegen en Zwolle ontwikkeld worden tot een vitaal, integraal en inclusief knooppunt. Op basis van dit onderzoek wordt aanbevolen om de situatie rondom knooppuntontwikkeling blijvend te evalueren. Daarbij kan het interessant zijn om de dynamiek tussen actoren te onderzoeken. Is het nodig om de overheid te laten faciliteren? Of zijn andere partijen hier ook voor beschikbaar? Om het onderzoek naar het institutionele proces te verdiepen, kan literatuur rondom project- en procesmanagement, instituties en bestuurskunde toevoeging bieden. M1 - master ID - theses_frw3319 EP - 69 ER -